Volksnaam: Camelia
Planthoogte: ca. 2,50 m.
Bladverliezend: Nee
Winterhard: Ja
Omschrijving: De sierwaarde van de Camellia zijn de bloemen en het blad. Het is een echte eyecatcher in de tuin met zijn prachtige grote witte bloemen.
Snoeien: in het voorjaar
Bloeitijd: De plant bloeit in maart en april
Standplaats:
Een camelia groeit op licht zure grond op een plaats in de halfschaduw. De grond moet veel humus bevatten en goed water doorlatend zijn. Op gronden met een stagnerende waterafvoer kan gemakkelijk een schimmelziekte toeslaan, die een einde aan een camelia maakt. Desondanks moet de grond voldoende vocht kunnen vasthouden.
Verzorging:
Een camelia mag alleen nà de bloei (voorjaar) in model worden geknipt. Het verwijderen van de scheuten mag alleen worden uitgevoerd om de struik te verjongen, dus in de jeugdfase.
Geschiedenis:
Camelia’s groeien van nature in het midden en het zuiden van China, grote delen van Japan, Indochina en het oosten van Azië en Vietnam. Bij de afscheiding van België en Nederland bleven in 1830 de door Philipp Franz von Siebold in Japan verzamelde Camellia-soorten, nu ‘Masayoshi’ camellia’s genoemd, in de haven van Antwerpen achter, terwijl ze eigenlijk bestemd waren voor de Hortus botanicus Leiden. Van daaruit kwamen de planten in de plantentuin van de Universiteit van Leuven terecht. Samen met ‘Ocroleuca’, ‘Tricolor’,Candidissima’, ‘Delicatissima’, ‘Multiflora’ en cultivars uit Engeland en Italië vormden deze de basis voor de teelt in België en de meer dan 400 in België gekweekte cultivars.
Betekenis:
De Camellia is genoemd naar Georg Josephus Kamel, die zijn naam latinizeerde tot J. Camellus.